We hebben “druk zijn” tot de norm verheven, maar druk zijn is niet hetzelfde als goed bezig zijn. Het staat zinvol bezig zijn juist vaak in de weg. In zijn nieuwe boek “Slow Productivity” hekelt Cal Newport pseudo-productiviteit en roept hij op tot vertraging. Met veel plezier heb ik het boek de afgelopen week gelezen. Hier mijn samenvatting:

Productiviteit van kenniswerkers is lastiger te meten dan die van fabrieksarbeiders. Toen kenniswerk een belangrijke economische sector werd, wisten managers niet hoe ze hiermee om moesten gaan. Ze hadden geen idee hoe ze kenniswerkers moesten aansturen. Uit deze onzekerheid ontstond een eenvoudige oplossing: zichtbare activiteit gebruiken als een benadering van echte productiviteit. Hieruit is pseudo-productiviteit ontstaan.

Pseudo-productiviteit is het gebruik van zichtbare activiteit als de belangrijkste manier om productiviteit te toetsen. Dit betekent dat productiviteit wordt afgemeten aan een volle agenda, een uitpuilende mailbox, reeksen vergaderingen en geboekte uren. De kwaliteit van het geleverde werk is ondergeschikt geworden.

De slow productivity filosofie ziet busyness (druk zijn) als obstakel voor het leveren van betekenisvolle resultaten. Het is niet iets om trots op te zijn. Professionele inspanningen moeten in een menselijk tempo plaatsvinden, waarbij periodes van hard werken worden afgewisseld met ontspanning. Dan is er ook tijd voor overdenking, wat noodzakelijk is voor kenniswerk. De nadruk moet liggen op kwaliteit en niet op oppervlakkige activiteit.

Our brains work better when we’re not rushing
Cal Newport

Dit zijn de drie principes van Slow productivity:
1. Doe minder dingen.
2. Werk in een natuurlijk tempo.
3. Streef naar kwaliteit.

Om met de woorden van Cal Newport te eindigen:

We’ve tried the fast approach for at least the past seventy years. It isn’t working. The time has come to try something slower.